Inleiding
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft en is in euro’s.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend door de algemene aandeelhoudersvergadering wordt vastgesteld.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende verlofaanspraken en dergelijke.
Immateriële vaste activa
Dit onderdeel is niet van toepassing.
In erfpacht uitgegeven gronden
Sinds 2019 zijn een viertal percelen grond bij de Schutse (naast Kasteel Sypestein) voor onbepaalde tijd in erfpacht uitgegeven. Conform de regelgeving uit de BBV zijn deze percelen tegen registratiewaarde van € 1,00 onder de materiele vaste activa verantwoord. De jaarlijks te ontvangen erfpachtcanon voor deze vier percelen bedraagt € 15.000.
Materiele vaste activa
Afschrijvingsmethode materiele vaste activa
Op nieuwe materiele vaste activa wordt gestart met afschrijven vanaf het jaar volgend op het jaar van aanschaf of ingebruikname van het betreffende actief.
Overige investeringen met economisch nut
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Deze investeringen worden geactiveerd op basis van de bruto-methode, dat wil zeggen dat er geen bijdragen uit reserves in mindering zijn gebracht. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut tot 1-1-2016
Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Deze investeringen worden geactiveerd op basis van de netto-methode, dat wil zeggen dat er wel bijdragen uit reserves in mindering kunnen zijn gebracht. Indien er voldoende reserve aanwezig was, werden deze investeringen in één jaar afgeschreven conform de besluitvorming in de raad.
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut na 1-1-2016
Op basis van een wijziging van de BBV moeten ook investeringen met een uitsluitend maatschappelijk nut worden geactiveerd via de bruto-methode. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en worden geactiveerd op basis van de bruto-methode, dat wil zeggen dat er geen bijdragen uit reserves in mindering zijn gebracht en ook afschrijving ineens is niet langer toegestaan.
De afschrijvingsmethodiek is lineair. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
Omschrijving |
Looptijd |
Gronden |
Op gronden wordt niet afgeschreven |
Terreinen |
10 tot 40 |
Bedrijfsgebouwen |
10 tot 40 (incl. vervangingsinvesteringen) |
Grond-weg-en waterbouwkundige werken |
10 tot 40 |
Vervoermiddelen |
5 en 10 |
Machines, apparaten en installaties |
5 tot 30 |
Overige materiële vaste activa |
5 tot 40 |
Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde of lagere marktwaarde.
Participaties in het aandelenkapitaal van N.V. ’s en B.V. ’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen.
Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid d BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een N.V. of B.V.
Voorraden
De voorraad “onderhanden werken” (grondexploitaties) werd tot en met 2012 gewaardeerd op basis van de werkelijk gemaakte kosten vermeerderd met de bijgeboekte rente en verminderd met de gerealiseerde opbrengst verkopen en eventueel ontvangen subsidies. Sinds 2013 wordt geen rente meer toegevoegd aan de grondexploitaties, omdat het risico groot is dat deze kosten niet als opbrengst gerealiseerd kan worden.
Winstneming vindt plaats op het moment dat de exploitatie van een complex wordt beëindigd of wanneer tussentijds met redelijke zekerheid vast te stellen is, dat er winst gerealiseerd wordt. Voor het bepalen van de hoogte van tussentijdse winstneming wordt de Percentage of completion (POC) methode gehanteerd. Deze methode wordt voorgeschreven door de BBV. Door gebruik te maken van de POC methode wordt naar rato van de voortgang van het project tussentijds winst genomen. Verliezen worden genomen zodra deze zich voordoen. Bij eventuele geprognosticeerde verliezen is/wordt een voorziening gevormd.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
Liquide middelen en overlopende posten.
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Voorzieningen
Voorzieningen worden zoveel mogelijk gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
De voorziening pensioen wethouders is bepaald op basis van de contante waarde van de jaarlijkse actuariële berekening.
In de BBV is bepaald dat voor middelen van derden, die bestemd zijn voor een specifiek doel of een specifieke activiteit, een voorziening gevormd moet worden. Deze voorziening wordt opgenomen in “door derden beklemde middelen met een specifieke aanwendingsrichting”.
Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.
Eigen bijdrage CAK
Bij de WMO vraagt de gemeente een eigen bijdrage aan de burger. De oplegging en inning is landelijk belegd bij het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Tot 2018 kreeg de gemeente middels een Third Party Mededeling van de huisaccountant van het CAK waarmee de gemeente voldoende zekerheid kreeg over de juistheid van de eigen bijdrages. Sinds 2018 is het CAK hiermee gestopt. Diverse gemeenten en de VNG hebben gevraagd of dit gevolgen heeft voor de externe accountantscontrole op het Wmo-proces. De Sectorcommissie Decentrale Overheden (SDO) van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) heeft dit beoordeeld. De SDO heeft vastgesteld dat de TPM niet nodig is voor de externe accountantscontrole van een gemeente. Het afschaffen van de TPM van 2018 heeft dus geen gevolgen voor de controle op het Wmo-proces van gemeenten