Begroting 2022 Gemeente Wijdemeren

7. Grondbeleid

Kern van de paragraaf grondbeleid is het – als ware de gemeente een bedrijf – door de gemeente exploiteren van de in gemeentelijk eigendom zijnde (bouw)gronden. De gemeente zet het grondbeleid in voor de ontwikkeling van woningbouw in de gemeente en om daar waar mogelijk bij te dragen aan een goede ruimtelijke ontwikkeling.

Beleidskader

De paragraaf grondbeleid geeft inzicht in het grondbeleid en de doelstellingen die worden nagestreefd. Ook wordt zoveel mogelijk de financiële positie van de (grond)exploitaties uiteengezet.

Doelstellingen grondbeleid

Op 6 februari 2020 is de nota grondbeleid 2020-2024 vastgesteld door de gemeenteraad. In de nota is vastgelegd dat de gemeente kiest voor een situationeel grondbeleid. Een situationeel grondbeleid betekent dat de gemeente per ontwikkeling overweegt welk type grondbeleid het meest geschikt is voor die ontwikkeling en de motivering daardoor vastlegt in een startdocument per project. De faciliterende rol past de gemeente nog steeds goed en is de voorkeursrol, maar daar waar marktpartijen niet (tijdig) in staat en bereid zijn om de gemeentelijke ambities op die plek te realiseren, kan de gemeente een actievere rol overwegen.

De gemeente schept bij faciliterend grondbeleid de voorwaarden voor de locatie ontwikkeling via een structuurvisie en het bestemmingsplan en legt de actieve rol neer bij marktpartijen/grondeigenaren. Wanneer de gemeente er niet in slaagt vooraf een overeenkomst af te sluiten, kan kostenverhaal afgedwongen worden via het exploitatieplan dat gelijktijdig met het bestemmingsplan vastgesteld dient te worden. Het voeren van actief grondbeleid bij het ontwikkelen van locaties houdt in dat de gemeente zelf probeert de benodigde gronden in handen te krijgen om deze vervolgens zelf te verkopen. De gemeente kan vervolgens kiezen om grond zelf bouw- en/of woonrijp te maken en uit te geven of de grond in concessie te geven. Een manier voor de gemeente om de risico’s te beperken is het weer verkopen van eventueel aangekochte gronden aan het einde van de planvormingsfase. Het belangrijkste argument voor de gemeente om te kiezen voor een situationeel grondbeleid is dat dit de mogelijkheid biedt om maatwerk te leveren. De gemeente ziet een opgave om de komende 10 jaar een aanzienlijke woningopgave te realiseren, voldoende werkgelegenheid te hebben en tegelijk zorgvuldig de kwetsbare natuur te beschermen. Hierbij is bovendien een versnelling gewenst. Verwachting is dat hiervoor in sommige gevallen een actievere rol dan voorheen nodig is, overigens met nadrukkelijk oog voor de daarmee gepaard gaande (financiële) risico’s.

Met de nu voorliggende nota en daarin opgenomen, deels nieuwe, instrumenten verwacht de gemeente deze ambities het best te kunnen realiseren. Het belangrijkste nieuwe instrument in de Nota Grondbeleid 2020 – 2024 is het hanteren van een aparte reserve (stimuleringsreserve ruimtelijke ontwikkelingen) om plussen en minnen die samenhangen met (nieuwe) gebiedsontwikkelingen te verevenen.

Faciliterend versus actief grondbeleid

Voor faciliterend (passief) grondbeleid geldt:

  • Toerekenen van de door de gemeente gemaakte plan- en uitvoeringskosten inclusief kosten voor bovenwijkse voorzieningen als dit kostenverhaal juridisch is toegestaan. Op basis een extern advies zijn hiervoor nadere richtlijnen opgesteld, waaronder het sluiten van voorovereenkomsten voor het verhalen van gemeentelijke kosten van de initiatieven.
  • Zo optimaal mogelijke borging van de gewenste ruimtelijke kwaliteit en fasering in de tijd.

Voor actief grondbeleid geldt:

  • Opstellen van een globale grondexploitatieberekening waarbij eveneens een inschatting wordt gemaakt van de beschikbare interne capaciteit en risico’s.
  • Grond wordt in exploitatie genomen indien uit een exploitatieberekening blijkt dat het verwachte resultaat positief zal zijn of, indien een negatief resultaat wordt geprognosticeerd, het verwachte tekort wordt afgedekt door een verliesvoorziening.
  • Het mogelijk maken van een gewenste ontwikkeling door het tijdig doen van strategische aankopen binnen de randvoorwaarden voor het strategisch verwervingsbeleid.
  • In een vroeg stadium bepalen waarop de aankoopstrategie gericht is en hoe het eigen bezit wordt geëxploiteerd.
  • Zorgen dat de verworven gronden en opstallen tijdelijk beschikbaar komen voor gemeentelijke grondexploitatie, of bij tijdelijk beheer marktconform worden verhuurd.