(Het bijstellen van) beleidswensen inclusief ombuigingen en taakstellingen (D1)
Onder deze noemer zijn enkele grote begrotingsmutaties te benoemen: Sociaal domein, Omgevingswet, Outsourcen ICT en het hybride werken.
Sociaal domein
Volgens de aanbeveling van de Rekenkamer[1] is de indeling van programma 5 volledig getoetst (met terugwerkende kracht vanaf 2019) aan de verplichte indeling in taakvelden conform de voorschriften van het BBV. Dit heeft geleid tot een verdere aanpassing van de opbouw van en een aantal verschuivingen binnen het programma.
Bij het opstellen van de meerjarenbegroting zijn de benodigde bedragen opnieuw begroot op het niveau dat we verwachten werkelijk uit te geven. Om dit te bereiken is er meerjarig een bedrag in de begroting Sociaal Domein bijgeraamd van 700.000 euro vergeleken met de bedragen die in de meerjarenbegroting 2021-2024 waren opgenomen.
Dit bedrag komt tot stand onder invloed van meerdere factoren:
- De bijraming in de begroting 2021 is niet overal meerjarig verwerkt. Deze posten moeten daarom in de begroting 2022 opnieuw worden opgeplust. Daarnaast is ook de verwachte tegemoetkoming vanuit het Rijk op het abonnementstarief uitgebleven. Dde bijraming bedraagt meerjarig per saldo 600.000 euro.
- De landelijke tendens dat het gebruik van zorg blijft toenemen, doet zich ook voor in Wijdemeren. De kosten voor jeugdzorg en huishoudelijke zorg laten nog steeds een lichte stijging zien volgens de prognose in 2021 ten opzichte van 2020. De bijraming bedraagt meerjarig 100.000 euro.
De aanhoudende situatie van hogere lasten dan de beschikbaar gestelde middelen door het Rijk in de Jeugdzorg en Wmo heeft in 2021 geresulteerd in een arbitrage uitspraak van de Commissie van Wijzen. Daarna zijn afspraken gemaakt tussen Rijk en VNG over een Hervormingsagenda voor het Jeugdstelsel en het beschikbaar stellen van incidentele extra middelen in 2022. De beslissing over de structurele extra middelen vanaf 2023 is overgelaten aan een nieuw kabinet. Dit betekent voor onze gemeente in 2022 een bijdrage van 970.000 euro, waarvan al 300.000 euro voor 2022 als stelpost was opgenomen in de begroting 2021-2024. Dit bedrag komt bovenop de al eerder toegekende extra bijdrage van het Rijk voor 2022 van 270.000 euro uit de septembercirculaire 2020. Voor de jaren 2023 en verder is in de begroting een stelpost van 75% opgenomen van de bedragen uit de Hervormingsagenda Jeugd.
Het probleem van de stijgende kosten van de WMO als gevolg van de vergrijzing en de aanzuigende werking van het abonnementstarief is nog niet opgelost. De onderhandelingen hierover hebben tot nu toe geen concreet resultaat of een nadere toezegging voor compensatie opgeleverd. Samen met de VNG blijven wij ons inzetten om hiervoor bij het Rijk aandacht en tegemoetkoming te vragen.
Onderdeel van de Hervormingsagenda is het opstellen van een set maatregelen om de Jeugdzorg in de toekomst effectief en beheersbaar te houden. In het kader van deze kostenbeheersing binnen het Sociaal Domein is daarom in overleg met de portefeuillehouder in de meerjarenbegroting 2022-2025 binnen programma 5 een taakstelling verwerkt van 175.000 euro in 2022 en vanaf 2023 van 235.000 euro. Deze taakstelling zal in de komende maanden nader worden ingevuld voor 2022. De eerste resultaten hiervan worden betrokken bij de Voorjaarsnota 2022.
[1] in haar rapport Inzicht kosten Sociaal Domein van mei 2021
Omgevingswet
Het moment van de invoering van de omgevingswet is nog onzeker maar de omgevingsvisie is vastgesteld. De voorbereidingen/ het opstellen van het omgevingsplan en de implementatie van het plan kosten extra geld. Voor 2022 wordt er 170.000 euro opgenomen en voor 2023 en 2024 respectievelijk 90.000 en 46.000 euro.
Outsourcen ICT
In 2022 vindt een aanpassing plaats in de I&A organisatie door het afbouwen en overdragen van het lokaal technisch ICT beheer aan een externe partij en het opnieuw inrichten van het functioneel beheer. De verbeteringen in de techniek en dienstverlening leiden tot extra kosten van 114.000 euro per jaar.
Hybride werken
De hybride werkplek is de flexibele, mobiele en ruimte besparende opvolger van de traditionele werkplek. Deze werkplek zal gebaseerd zijn op een laptop en een mobiele telefoon waarmee medewerkers ook buiten het gemeentehuis (thuis of elders) en zonder restricties hun werk kunnen doen. De hybride werkplek wordt ingericht op basis van cloud technologie en zal gericht zijn op het digitaal samenwerken. Het eigenaarschap van gegevens, de toegang tot gegevens en privacy aspecten krijgen hierbij veel aandacht. Met de invulling van deze aspecten beschikt de gemeente weer over een toekomstbestendige werkomgeving. Hiervoor zijn in 2022 investeringen nodig die vanaf 2023 de kapitaalslasten verhogen met 105.000 euro.
Organisatieontwikkeling inclusief taakstellingen (D2)
Voor het versterken van de bedrijfsvoering wordt in totaal bijna 1,2 miljoen euro uitgetrokken. Dit wordt voor 620.000 euro ingezet om de vaste formatie op orde te brengen en is er 555.000 euro voor een ziek-, piek- en expertisebudget. Hiertegenover staat het uitgangspunt dat het versterken van de bedrijfsvoering ook verlichting in het primaire proces zal opleveren door een betere interne dienstverlening. Om die reden is er een taakstelling opgenomen op de reguliere formatieontwikkeling van 100.000 euro in 2022 en vanaf 2023 200.000 euro. Ook zijn er vanaf 2023 taakstellingen op de formatie opgenomen door de effecten van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en de Omgevingswet (100.000 euro vanaf 2023) en de outsourcing van ICT (2023 50.000 en vanaf 2024 75.000 euro).
Externe factoren (D3)
De externe factoren leveren in 2022 een voordeel op van 225.000 euro ten opzichte van een nadeel van 110.000 euro, per saldo een voordeel van 115.000 euro:
- in 2022 geen derving legesinkomsten vanwege uitstel invoering omgevingswet (175.000 euro voordeel);
- te verwachten extra bijdrage Rijk vanwege coronamaatregelen bij de verkiezingen (50.000 euro voordeel);
- voor het hybride werken wordt gerekend met een thuiswerkvergoeding en extra reiskosten (totaal 60.000 euro) en een bijdrage voor de thuiswerkplek op basis van de VNG-norm van 250 euro per medewerker per jaar (50.000 euro).
Begrotingsmethodiek (D4)
Binnen de begroting is gekeken naar exploitatiebudgetten die ook als investering opgenomen kunnen worden of op een andere wijze gedekt kunnen worden. In totaal levert dit in 2022 een voordeel op van 203.000 euro. Dit voordeel loopt in 2023 op naar 241.000 euro en neemt in 2024 weer af naar 160.00 euro en 155.000 euro in 2025. Het gaat om:
- de aanschaf van bomen die als investering worden opgenomen (c.f. Doelmatigheidsonderzoek kapitaalgoederen)
- de speeltoestellen niet meer aanschaffen vanuit een reserve, maar vanuit het IP waardoor de jaarlijkse dotatie aan de reserve kan stoppen (c.f. Doelmatigheidsonderzoek kapitaalgoederen)
- continueren van het ten laste brengen van de 'subsidie op daken' aan het GRP
- de lasten van de bibliotheek op school voor 2022 en 2023 dekken uit de NPO-middelen (onderwijsachterstand).
Overige mutaties (D5)
In het doorrekenen van de begroting zijn er ook (kleine) budgetaanpassingen op algemene posten. Denk hierbij aan inflatiecorrectie, rentedoorrekening, aanpassingen in de P-begroting (salarissen), algemene uitkering e.d. Deze mutaties leveren in 2022 een voordeel op van 210.00 euro.