Bij de uiteenzetting van de financiële positie wordt afzonderlijke aandacht gevraagd voor de jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van gelijkblijvend volume. Onder arbeidsrechtelijke verplichtingen worden de aanspraken verstaan op toekomstige uitkeringen aan het huidige dan wel voormalige personeel (feitelijk heeft de organisatie een schuld aan hen). Om deze aanspraken veilig te stellen dient wettelijk voor deze aanspraken een voorziening te worden getroffen. Van elke aanspraak dient de totale toekomstige aanspraak bepaald te worden, welke vervolgens in een keer ten laste van de exploitatie komt (voorziening wordt gevormd).
Omdat deze werkwijze veel werk vergt en de kosten aanzienlijk zijn (inschakeling van externe deskundigheid voor de actuariële berekeningen), hanteren de meeste gemeenten een veel praktischer werkwijze als het gaat om arbeidsrechtelijke verplichtingen. Hierbij worden de jaarlijkse verplichtingen opgenomen in de begroting. Deze afwijkende werkwijze (t.o.v. het BW art.9) wordt toegestaan (mede door de eigenheid van gemeenten), mits het gaat om een jaarlijks terugkerende verplichting van gelijk volume. Primair doel van deze regelgeving, is dat de toekomstige verplichtingen gedekt moeten zijn en dat er een uniforme gedragslijn wordt toegepast. De meeste arbeidsrechtelijke verplichtingen worden opgenomen in de begroting. Alleen voor de wethouders pensioenen en de overdracht van pensioenen wethouders zijn vanaf 2014 voorzieningen gevormd. In de volgende alinea’s wordt kort ingegaan op de behandeling van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen binnen de gemeente Wijdemeren.
Wachtgeldverplichtingen ambtenaren
De lasten van deze wachtgeldverplichtingen zijn in de begroting opgenomen.
Wachtgeldverplichtingen wethouders
Dit betreft de wachtgeldverplichtingen van voormalige wethouders. Tot op heden is volstaan met het opnemen van, indien van toepassing, de werkelijke lasten in de begroting. In 2022 zijn er gemeenteraadsverkiezingen. Het is niet duidelijk wat dat voor gevolgen zal hebben voor de positie van de huidige wethouders.
Pensioenen wethouders (huidig en voormalig)
Naar aanleiding van gewijzigde bepalingen in het BBV is voor de pensioenverplichtingen van de wethouders in 2014 een berekening opgesteld teneinde de hoogte van een verplicht in te stellen voorziening te kunnen bepalen. De hoogte van deze voorziening wordt jaarlijks op basis van een actuariële berekening, opgesteld door een hierin gespecialiseerd bureau, geactualiseerd. Bij de jaarrekeningen 2019 en 2020 is de voorziening door de levensverwachting en de lage rentestand fors verhoogd. De actuariële stand bedroeg op 1 januari 2021 1.856.500 euro.