Voor de berekening van de financieringsbehoefte wordt het totaal van de geraamde boekwaarden van de activa afgezet tegen het totaal van het eigen en vreemd vermogen. De berekening van de financie¬ringsbehoefte geeft een indicatie of het aangaan van vaste geldleningen al dan niet noodzakelijk zal zijn. In onderstaande raming van de boekwaarde is het investeringsplan 2021, voor zover van toepassing, in het bedoelde jaar verantwoord. De uiteindelijke financieringsbehoefte wordt vooral bepaald door het tempo waarin voorgenomen investeringen worden gerealiseerd en de invloed van mutaties binnen de nog overgebleven grondexploitatie. De berekening van de kapitaalbehoefte per 1 januari en 31 december 2022 is als volgt (deze raming is exclusief het investeringsplan 2022-2025):
| Omschrijving | 1-1-2022 (x € 1.000) | 31-12-2022 (x € 1.000) |
| Boekwaarde geïnvesteerd bedrag | 71.443 | 74.193 |
| AF: Reserves en voorzieningen | 31.507 | 30.504 |
| AF: Geldleningen (inclusief waarborgsommen) | 39.352 | 42.579 |
| Financieringstekort | 584 | 1.110 |
| Financiering saldo Grexen (kort geld) | 868 | -277 |
| Financiering saldo overig (kort geld) | -284 | 1.387 |