Begroting 2022 Gemeente Wijdemeren

Financiële kengetallen

Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een overzicht van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen. Bij deze kengetallen worden een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De kengetallen en de beoordeling geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht in de financiële positie van de gemeente. De vijf kengetallen zijn:

1a. Netto schuldquote

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

2. Solvabiliteitsratio

3. Grondexploitatie

4. Structurele exploitatieruimte

5. Belastingcapaciteit

Omschrijving Begroting 2021 Begroting 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
1a. Netto schuldquote 82% 77% 80% 78% 73%
1b. Netto schuldquote * 84% 80% 82% 81% 75%
2. Solvabiliteits-ratio 20% 19% 18% 19% 19%
3. Grond-exploitatie 1% -1% 0% 0% 0%
4. Structurele exploitatie ruimte 0% 1% -1% -1% 0%
5. Belasting-capaciteit 141% 140% n.n.b. n.n.b. n.n.b.

* gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

1a. Netto schuldquote

De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. De hoogte van de inkomsten bepaalt namelijk in belangrijke mate hoeveel schulden een gemeente kan dragen. Normaal bevindt de netto schuldquote van een gemeente zich ergens tussen de 0% en 100%. Voor een gemeente geldt dat het licht op oranje springt boven de 100% en op rood springt als deze quote hoger is dan 130%.

1b. Wanneer de netto schuldquote wordt gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen is sprake van onderstaande quote:

De netto schuldquote en de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen bevindt zich in de periode 2022-2025 tussen de 68% en 79%. Zoals ook in de vorige begrotingen al is aangegeven betekent door iedere € 1.000.000 die geleend wordt, de schuldquote met ca. 1,8% toeneemt. Uitvoering van het IP 2022-2025 en de gevolgen voor de netto schuldquote. Het percentage van de netto-schuldquote is berekend zonder de financiële middelen, die nodig zullen zijn voor de uitvoering van het Investeringsplan 2022-2025 (IP). Met de volledige uitvoering van het IP 2022-2025, dat nog een doorlooptijd heeft na 2026, is op termijn een totaalbedrag van afgerond € 38.800.000 gemoeid. Van de investeringen genoemd in het IP heeft afgerond ruim € 31.100.000 betrekking op grote infrastructurele werken. Bij volledige uitvoering van het investeringsplan zal de netto schuldquote met ca. 70% toenemen in 2025. De kapitaallasten, die volgen uit de investeringen in het riool worden doorberekend in de rioolheffing en/of ten laste wordt gebracht van de rioolvoorziening. De kapitaallasten die volgen uit de werkzaamheden aan de wegen komen t.l.v. de “Reserve Rationeel wegbeheer”.

2. Solvabiliteitsratio

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (algemene reserve en bestemmingsreserves) daarbij opgeteld het resultaat uit het overzicht van en lasten en baten (saldo per 31-12). Een solvabiliteitsratio van onder de 30% wordt als laag aangemerkt. De solvabiliteitsratio bedroeg in 2019 landelijk gemiddeld 33,2%, de solvabiliteitsratio van de gemeente Wijdemeren bedroeg in dat jaar 32,6% (Bron VNG jaar 2019: Waar staat je gemeente september 2021). De solvabiliteitsratio van de gemeente is in 2020 gedaald tot 23% (bron rekening 2020). Het landelijke solvabiliteitscijfer over 2020 is nog niet beschikbaar. Voor 2022 is een solvabiliteitsratio berekend van 19%. De gevolgen van het IP 2022-2025 voor de ratio zijn niet in deze berekening opgenomen.

3. Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale geraamde baten. In deze begroting is nog sprake van één exploitatie Porseleinhaven. Op de exploitatie wordt de reeds getroffen voorziening in mindering gebracht. Dat bedrag wordt gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting en uitgedrukt in een percentage. Een percentage van meer dan 10% wordt gezien als kwetsbaar. Naar verwachting wordt de laatste grondexploitatie voltooid in 2024.

4. Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en de structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent het dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de laten te blijven dragen. De cijfers en de kengetallen geven aan dat er een nagenoeg structureel evenwicht is tussen de lasten en de baten. Indien het kengetal voor de structurele exploitatieruimte een relatief hoog getal is, kan dat duiden op te weinig ambities en/of te hoge belastingopbrengsten.

5. Belastingcapaciteit

De ruimte die een gemeente heeft om haar belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten wordt verstaan de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t= 2022 te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 =2021 en uit te drukken in een percentage. Dit percentage daalt t.o.v. 2021 met 1% van 141% naar 140%. Voor 2022 worden de tarieven van de OZB verhoogd met de verwachte inflatiecorrectie van 1,5% (basis meicirculaire 2021) te laten stijgen.